
Het is voltrokken, 21 juni heeft een rechter de huuropzegging van Dans Brabant, een typische exponent van het perverse wereldje van het talentontwikkelingskartel, rechtsgeldig verklaard. Een week later waren we weg uit de goudenregenstraat, waar we 3 1/2 jaar hebben gezeten met daarvan 2 jaar in Corona-lockdown . We hebben geen nieuwe locatie, veel van onze spullen belandden op de stort. Daarmee is Tilburg bevrijd van een lastig te categoriseren theater dat hardnekkig bleef weigeren zijn publiek op te sluiten en dat van mening was dat er veel gedaan moet en kan worden om een levende publiekscultuur te reanimeren, dat van mening was dat we de leegloop en de vergrijzing onder het kunstpubliek serieus moeten nemen en die daar effectief iets tegenover wist te zetten. Een initiatief dat, kortom, in de visie van het kartel een gevaarlijk verkeerd voorbeeld gaf.
Hieronder proberen wij begrip op te brengen voor Dans Brabant en waarom de gemeente Tilburg niet heeft ingegrepen.
De gemeente, indirect verantwoordelijk voor de bestemming van deze gebouwen, heeft Dans Brabant niets in de weg gelegd. De wethouder verzekerde, na kritische vragen uit de raad, dat er geen enkele reden is om aan het handelen van Dans Brabant te twijfelen. Twijfel, dat weet ieder fijngevoelig mens, is nefast voor de droom. De gemeente Tilburg vertrouwt op haar dromers. De gemeente Tilburg beschermt haar dromers. De gemeente Tilburg beschermt Dans Brabant. Kunstmaan, een sinds 2008 beproefde salontheaterpraktijk, mag dan uniek zijn, die kwaliteit maakt haar ook on-lieerbaar in een bovenlokaal, laat staan een internationaal circuit, en “that’s not the stuff dreams are made of “. Kunstmaan is geen droom. Dans Brabant wel, zo een waaruit een overheid besmeurd zal ontwaken.
Zo kunnen we de keuzes begrijpen in een rationeel kader.